zaterdag 19 april 2008

Narcostaatsinrichting - waarom War on Drugs

Een regering die het volk toestaat zich naar believen te bedwelmen kan dat alleen maar maken als de bedwelmende middelen in kwestie maatschappelijk geaccepteerd zijn; een regering die een beetje handig is heft daar dan ook belasting over.

Neem Jemen. Men kauwt er qat. Dat zit in de cultuur, ruim driekwart van de mannen en de helft van de vrouwen kauwt. Qat maakt een kwart uit van Jemen’s BNP, en dat kwart is vrijwel volledig voor binnenlandse consumptie. Critici beweren dat het land erdoor wordt ontwricht. De beroepsbevolking rangschikt ’s ochtends wat papier op een aftands tafeltje of veegt een halve stoeptegel, ’s middags zit men in de soos, lekker te kauwen. En wie kauwt heeft geen zorgen, dus alles blijft zoals het is.

Jammer genoeg voor de Jemenitische regering is qat lastig in de fiscale tang te krijgen. Dat komt omdat het vers moet zijn: tussen pluk en consumptie zit vaak maar zo’n 12 uur en een wandelingetje van een paar kilometer met een volbepakte ezel, dus als je in dat traject belasting wilt innen moet je snel wezen. Dat lukt niet, sterker, men probeert het niet eens. Er wordt alleen belasting geheven op qat die over langere afstand naar de markt wordt getransporteerd, maar ook dat is geen succes want de tollenaar wil best een oogje toeknijpen als je hem wat baaltjes kauwgoed toestopt.

Dan hebben wij westerlingen dat allemaal veel beter geregeld. Nederland zuipt. Rond de 27 miljoen liter pure alcohol per jaar. Het precieze aantal neuten, biertjes, breezers et cetera is onbekend, maar dat geeft niks want alcoholaccijns levert jaarlijks zo’n 400 miljoen Euro op.

Voor alcohol geldt een gedragscode die iedereen kent. Drinken in de baas z’n tijd leidt tot ontslag, maar niemand die vreemd opkijkt van een kroeg tegenover een kerk. Een stomdronken Brit die op het Leidseplein de tram in wankelt en betaalt met een briefje van honderd waar de bestuurder niet van terug heeft waardoor de tram vertraging oploopt vinden we hinderlijk, maar we tolereren het. Ik had een collega in L.A. die briljant was in zijn werk, maar zijn geliefde was hem ontvallen en dat verdriet verdronk hij, ’s avonds in zijn eentje, twintig jaar lang, in bier en wodka. Aan het eind van zijn leven zag hij zo geel als een Post-It briefje. Hij wist wat hij deed en was niet ontvankelijk voor hulp. Wie zich houdt aan de gedragscode kan zich rustig de dood in drinken. Dat is maatschappelijk geaccepteerd, anders zouden we er wel meer polemiek over horen.

Voor de rest van het drugspalet is die gedragscode er niet en ook de maatschappelijke acceptatie ontbreekt. Een overheid kan er dus geen belasting over heffen, want dat zou toestaan betekenen en dat kan niet, want dat kost kiezers. De War on Drugs wordt niet aangevoerd door een dictator, maar door democratisch gekozen leiders. Richard Nixon was de eerste die de term bezigde begin jaren 70 van de vorige eeuw, maar zijn opvolgers hebben het vrijwel allemaal overgenomen.

Het motief voor de WoD is niet de volksgezondheid, want waarom wordt alcohol dan niet bestreden? De drooglegging in Amerika in de jaren dertig werkte niet. Zij ging gepaard met een geweldige toename van criminaliteit. Daar is geen lering uit getrokken: we zien nu precies hetzelfde met drugs.

War on Drugs is een verzinsel van politici, het is een propagandamiddel en niets meer dan dat. De vraag wat de reden is voor de War on Drugs is hiermee beantwoord, althans, zoeken naar het waarom ervan heeft weinig zin, zo blijkt. We kunnen ons beter concentreren op de feiten, en op de gevolgen ervan. Wordt vervolgd.

Dit is de derde aflevering in een serie. Deel 1 en deel 2 verschenen in maart.
Bronnen: Jemen; Nederland over alcohol en belasting op coffeeshops.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten