zaterdag 9 juli 2011

Oude vrienden (I)

Ciao, Gino. Ze keek hem na terwijl hij naar huis slofte, drie deuren verderop. Ze mocht hem wel, maar van liefde zoals ze die voor haar man had gevoeld was geen sprake. Hij keek niet om. "Volgende keer beter", leek hij te denken.

Tientallen jaren lang waren ze niet meer dan goede buren geweest. Vrij kort na de dood van zijn vrouw was hij eens bij haar langsgegaan. Dat was gezellig. Dus ging hij vaker langs. Ze hadden steun aan elkaar. Veel bedenktijd had hij niet nodig gehad: het was hem duidelijk dat zij samen moesten gaan wonen. Hij mocht haar graag en zij hem ook, dat wist hij. En hij had goede hoop dat hij weer verliefd kon worden. Zij was daar nog niet aan toe, wist hij ook: haar man was al zeker vijftien jaar dood, maar haar woonkamer stond nog steeds vol met foto’s van hem.
Inmiddels ging hij al een paar jaar vrijwel dagelijks bij haar langs, maar een goede gelegenheid om haar zijn plan met zoveel woorden te ontvouwen liet zij niet ontstaan. Daar was ze heel behendig in. Hij vond het niet erg, hij was ook best tevreden met de status quo. Hij had geen haast. Een mens is nooit te oud om lief te hebben, vond hij, ook al waren ze allebei de tachtig gepasseerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten